Wereldwijd veroorzaakt een ongezonde leefstijl veel gezondheidsverlies. Naar schatting is meer dan zeventig procent van de sterfgevallen wereldwijd toe te schrijven aan niet-overdraagbare aandoeningen. Zo’n tachtig procent van de gevallen van het prematuur ontstaan van deze aandoeningen kan voorkomen worden met gezond gedrag.1 Roken, overmatig alcoholgebruik, een ongezond voedingspatroon en gebrek aan lichaamsbeweging zijn de belangrijkste gedragingen.1 Deze gedragingen staan niet op zichzelf. Vaak is er sprake van clustering, waarbij meerdere risicogedragingen binnen een persoon voorkomen of relatief vaker in combinatie voorkomen binnen specifieke risicogroepen (bijvoorbeeld jongeren of mensen met een lagere sociaaleconomische positie).2
Leefstijl is daarmee een complex samenspel van gedragingen op individueel niveau en groepsniveau, waar gemeenschappelijke processen aan ten grondslag liggen. Dezelfde mechanismen (denk aan beloningsgevoeligheid) kunnen verklaren waarom een persoon moeite heeft om maat te houden met zowel alcohol als voeding. Desondanks verdient een ongezond voedingspatroon hierin specifieke aandacht.
De situatie in Nederland
Een groot deel van